Weblog

Dit is de website van het Food Film Festival 2012. De website van de 2013 versie vindt je hier: http://www.foodfilmfestival.nl
Ons dagelijks brood

Ons dagelijks brood

Door Hiske Versprille 

Een verhaal over eten. 

Lang geleden, toen wij nog jager-verzamelaars waren, was ons leven objectief best wel kut- we gingen de pijp uit voor ons derde of anders voor ons dertigste, er was bloedvergieten en verkrachting en nooit was er een kacheltje om je harige handen aan te warmen. Wel waren er wilde dieren en giftige planten, boze buren en enge ziektes, veel brute narigheid kortom in een veel te kort leven. Maar een ding kon je ons niet ontzeggen; we kenden de verhalen achter wat we aten. Zo vond Grompf onder een boom een paar eetbare knollen, niet die groene, zurige, maar die beetje bruine met een wufte pluim aan de bovenkant. Als je ze vers eet krijg je verstopping, wist hij, gewoon een paar dagen laten liggen en dan zijn ze goed binnen te houden. Groempf  -die rooie daar met die knots, stereotype neanderthaler-  heeft vorige week een groot eetbaar beest met horens doodgeslagen en mocht daarom vervolgens drie nachten achter elkaar erop bij Gruit, zijn vrouw. Grumpf had minder geluk: hij at de rooie besjes van die struik hier links, en die bekwamen hem slecht- Diarree is niet fijn, en al helemaal niet in het stenen tijdperk zonder wc-rol of wc. Na zes dagen was hij dood, dus van die besjes blijven we tegenwoordig af. Iedereen kende die verhalen, want dat was van levensbelang.



De verhalen over ons eten werden ingewikkelder toen we leerden hoe we de bruine knollen in onze achtertuin konden planten, en de beesten met horens levend tussen hekken gingen houden. Plotseling was het niet meer genoeg, te weten hoe wijzelf en onze naasten op dit voedsel reageerden. We werden ook geacht bekend te zijn met hoe deze mede-organismen zich tegenover hun buitenwereld verhielden. De kip wilde wel graan maar geen gras, de kat wilde weer geen graan maar wel muis, en de koe, de appel en de kropsla hadden ook allemaal weer zo hun voorkeuren. Alsof dat nog niet allemaal genoeg was om te onthouden, wemelde het ondertussen ook van de rupsen, droogtes en regenbuien met allemaal zo hun eigen gebruiksaanwijzing, als die er al was. Om de hele boel een beetje tevreden te houden was daarom een complexe kalender van onderling verweven verhalen nodig: ‘s ochtends de koe, met de kippen op stok, de appels in oktober en de kropsla onder een tentje, tegen de rupsen. Het leven van de boer ging niet over rozen, al was het een stuk aangenamer dan bij Groempf en Gruit, zijn voorouders- zeker na de uitvinding van het wiel en vervolgens van de tractor en de kunstmest.



Hoe groter en ingewikkelder de wereld ondertussen werd, hoe prettiger het was om in ieder geval niet alle verhalen over alles te hoeven kennen. Dat heeft met gebrek aan tijd te maken, en met kennis, en met overzicht. Piet ging dus alles leren over biet, terwijl Milou alles wist over de koe en Cor de tractor in elkaar zette. Wel zo makkelijk, natuurlijk. Je kunt geen aandacht hebben voor alles wat er om je heen gebeurt, want er is zo veel... Dan kun je eigenlijk nergens echt aandacht voor hebben. Toch?


Maar soms, als je ‘s nachts in een vliegtuig zit, en je kijkt naar beneden, of je rijdt met een trein langs een stad, dan kan het feit dat je plotseling weet dat achter al die lichtjes een huisje is waar iemand ligt te slapen, een mens zoals jij met een geschiedenis, en een ingewikkeld innerlijk leven, plotseling je hart vullen met een angstig soort ontroering over hoe groot en uitgebreid het allemaal is. Eng, maar ook mooi.
 




Datzelfde gevoel kreeg ik bij het zien van Unser täglich Brot (Our Daily Bread), een prachtige en met prijzen overladen documentaire uit 2005, gemaakt door Nikolaus Geyrhalter. De film gaat over de geautomatiseerde landbouw en liet mij kennis maken met de appelsorteermachine, de kuikenontsnavelaar, de zalmenzuigslang en andere pareltjes van het systeem dat maakt dat we elke dag kunnen eten wat we willen eten. Onafzienbare velden graan. Meer paprika’s dan iemand ooit op zou kunnen, en varkentjes van varkenssperma en varkensei tot varken en van varken tot dood, schoon vlees in een smetteloze beweging. Er is geen tekst en geen muziek, je ziet ook bijna geen mensen. Alleen al die natuur die in voedsel verandert, een stroom die nooit stopt met voorbijrazen, en dat geluid: de ritmische en overweldigende hydraulische adem van de efficiëntie; de almacht van de technologie en het zoemen en kloppen van de lopende banden. 



En ik begreep toen plotseling dat ik al die tijd een heel verhaal helemaal niet gezien had omdat ik er met mijn neus te dicht opstond. Dat er een heel groot verhaal was, waarvan ik niet eens wist dat het bestond. Soms is het ontzagwekkend, en maakt het me trots om de oneindige mogelijkheden die wij als mensen hebben, wat we hebben bereikt met onze inventiviteit en organisatie. Soms doet het verhaal me walgen door de ongevoeligheid: gewelddadig doorberekend systeem dat de kosten laag houdt ten koste van alles. 



Maar nu ik weet dat dit verhaal er is, kom ik het overal tegen.







Hiske Versprille schrijft voor Hard/Hoofd en het Parool. Het liefst over eten.


Ga terug naar het weblog overzicht


Deel deze weblog!




blog comments powered by Disqus